
Spreekwoorden: (1914)
Er dienen geen twee groote masten op één schip,d.w.z. er moeten in eene zaak niet twee personen naast elkander staan, die gelijke macht hebben; er moet maar één zijn, die de baas is; vgl. Winschooten, 153: Daar moeten geen twee groote masten op een Schip sijn: het welk in een oneigen sin genomen...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Er dienen geen twee groote masten op één schip,d.w.z. er moeten in eene zaak niet twee personen naast elkander staan, die gelijke macht hebben; er moet maar één zijn, die de baas is; vgl. Winschooten, 153: Daar moeten geen twee groote masten op een Schip sijn: het welk in een oneigen sin genomen...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.